Stepmethoden en de manier van confectioneren


Alle dekbedden worden in eigen ateliers geconfectioneerd. Grote (meernaalds) naaimachines, stepmachines genaamd, brengen de vakverdeling aan in het dekbed. Deze vakverdeling zorgt ervoor dat het dons op zijn plaats blijft zitten.
Doordat het in eigen beheer uitgevoerd wordt, is de kwaliteitscontrole gegarandeerd.


Door ARO gebruikte stepmethoden en patronen
Carréé steppatroon

Carree step: Standaard vakpatroon met boven en ondertijk direct op elkaar. Wordt gebruikt voor de ‘lichtere’ en 4-seizoenen dekbedden.
De manier van vullen bij Carrée doorstikte dekbedden is dat het dons in de hoes gedaan wordt, voordat de doorstikking wordt aangebracht. Met de hand wordt het dons verdeeld terwijl het dekbed in een spanraam zit. Vervolgens wordt de doorstikking aangebracht.

Cassette step: Standaard vakpatroon waarbij tussen boven en ondertijk 2cm hoge ‘schotjes’ ontstaan (dit heet dan een 4cm steg) die de dons op zijn plaats houden. Door deze manier van steppen is er geen ‘koudebrug’ ter plaatse van het stiksel. Toegepast bij de standaard en winterdekbedden. Een variant hierop is de kanaalstep die bij de kinderdekbedden wordt toegepast.
De meest recente ontwikkelning is de mini-steg, waarbij de ruimte tussen de beide stoflagen slechts 0,5-1cm is. Die stepmethode is vooral geschikt voor lichter gevulde dekbedden.
Bij dit type doorstikking worden de stiknaden vóór het vullen aangebracht. Middels vulmonden wordt vakje voor vakje precies de juiste hoeveelheid dons ingebracht.

Hochsteg: Gelijk aan het Cassette steppatroon, maar dan met extra hoge, ca 5cm hoge ‘schotjes’ en met een grotere vakverdeling. Speciaal voor de superwarme, dikke dekbedden.
Volgorde van verwerken is gelijk aan de cassette doorstikte dekbedden.

< Vorige paginaVolgende pagina >